Herinnering aan 11 juni 2019

Mijn ouders gaan naar het LUMC voor de uitslag van de testen van 30 mei. De diagnose wordt ze plompverloren verteld door een onbekende arts zonder enig blijk van mededogen. Mijn vader heeft longkanker stadium 4 met uitzaaiingen, geen genezing mogelijk alleen levensbesparende behandelingen. En een goedemiddag nog. Voor ze het weten staan ze buiten, beduusd met zoveel vragen.

Ik bel ze op de dag. Ze hebben een afspraak in de middag als ik werk maar ik kan natuurlijk niet wachten! Mijn vader vertelt het me. Ze wilden me vragen om langs te komen maar die boodschap alleen had duidelijk genoeg aangegeven dat het slecht nieuws was. Hij vertelt dat ze verder ook nog weinig weten. Het zal ze allemaal in een vervolggesprek verder verteld worden op 21 juni. Pas over 10 dagen!

Ik ben natuurlijk langs geweest maar ik kan het me vaag herinneren. Volgens mij wel, het kan niet anders. Waarschijnlijk waren we alledrie gewoon de weg kwijt…

Uiteindelijk heb ik volgens mij dik een week aangezien hoe mijn ouders de weg kwijt waren. Toen heb ik de longpoli gebeld en mijn beklag gedaan. De vervolgafspraak kon met welgeteld 2 dagen vervroegd worden.

Het bizarre is dat deze situatie zo ontzettend anders was dan wat mijn ouders van het LUMC gewend waren. Vijf maanden eerder kreeg mijn moeder ook een uitslag, één die aanzienlijk vriendelijker en doortastender werd verteld.

Dit is onze 1e ervaring met de manier waarop het LUMC omgaat met genezing versus dood. Het is geen prettige ervaring. Het zal ook niet de laatste zijn.

Herinnering aan 30 mei 2019

De herinnering aan 30 mei 2019 knijpt al een week of wat de strot dicht en brengt me vrij regelmatig tot tranen.

Mijn moeder lag in het LUMC waar zij herstelde van een kijkoperatie waarbij een longkwab was verwijderd. Het was de laatste stap in het traject van chemo’s, bestralingen om longkanker te genezen. Ze herstelde in rap tempo, mede dankzij haar ijzersterke wilskracht. Ze had echt zin om beter te worden!

Mijn vader had sinds kort last van kortademigheid. Op een scan was te zien dat er heel veel vocht in de longen zat. Op 30 mei ging ik met hem mee naar het LUMC voor een serie testen om de oorzaak te achterhalen. Konden we gelijk buurten bij mams. We dachten zelf aan een verwaarloosde longontsteking.

Zoals altijd was het fijn samen maar die dag had zoveel meer… Het begon met in de auto stappen. Mijn vader raakte in paniek door ademtekort. Ik pakte hem bij de schouders ‘pap, probeer door je neus in te ademen en door je mond uit te ademen’. We deden het samen, zo bijzonder, en al snel was het goed.

Naast de gebruikelijke plagerijtjes (een hulpbehoevend papa’tje rondrijden in rolstoel is natuurlijk voer voor plagerijtjes: ‘ga jij maar hier (in de hoek) zitten’, racen natuurlijk), was het zo bijzonder dat hij zich door mij liet steunen. In de middag werd roze vocht afgetapt (hallo alarmbellen). In eerste instantie gaf dat een enórme opluchting maar later koude rillingen en een flinke huilbui. Ook toen mocht ik hem steunen. De arts besloot om hem een nachtje te houden ter observatie.

Mijn moeder was zó snel hersteld (in 2 dagen i.p.v. de gebruikelijke 7-10) dat ze naar huis mocht. Ze wilde er níks van weten dat ik haar meenam en regelde dat zij in ziekenhuis mocht blijven. Daar lagen ze dan, 2 verdiepingen van elkaar verwijderd.

Aan het einde van de dag reed ik weg van het LUMC, mijn beide ouders daar achterlatend. Voor wat ik me toen kon voorstellen, was dat toch wel het slechtste scenario denkbaar.